Live chicken feed under the microscope (NL)

This article was written for the course Science Communication and Journalism 2025.

Levend kippenvoer onder de loep

By Elizabeth van de Zeijden-Los

Ophef rond kippenvoer: levende insecten zouden veel klimaatvriendelijker zijn dan soja of maïs. Toch betuigen onderzoekers nu dat insectenveevoer ‘geen reële oplossing’ is, en stichting Wakker Dier spreekt in een recent rapport over ‘de nieuwe dierenwelzijnscrisis’. Wat is er aan de hand?

Hup, daar rollen de vliegenlarven in de voerbak, de kippen pikken er gretig op los. Dit veevoer zou klimaatvriendelijker zijn dan soja of maïs. Dat de insecten levend worden opgegeten is dan misschien een klein offer.

Toch uitten onderzoekers hun zorgen over het welzijn van de diertjes, vooral vanwege de leefomstandigheden voordat ze gevoerd worden. Milieu- en dierethicus Martijn van Loon: ‘Tijdens de insectenkweek gebruiken ze plastic bakken van een halve meter lang en dertig centimeter breed, met daarin al gauw een half miljoen vliegenlarven. Die bakken worden opgestapeld tot het plafond; de stapels gaan dus over vele miljoenen dieren. Daar kan je gewoon geen toezicht op houden, hoe het met die dieren gaat.’

De kweek van insecten blijkt een heikele kwestie. De laatste jaren is de regelgeving meermaals aangepast, waardoor het steeds makkelijker is geworden om insecten als voer te verhandelen. Toch rijzen er ook bezwaren tegen de toenemende grootschalige kweek van deze diertjes. Kan dit wel zomaar?

Mogelijke bezwaren kwamen bovendrijven toen het consortium InsectFeed van de universiteiten in Wageningen en Groningen onderzoek deed naar vliegenlarven als kippenvoer. Regels over het welzijn van de insecten zijn er namelijk niet en tijdens grootschalige kweek is het onmogelijk om alle diertjes individueel in de gaten te houden, zo concluderen de onderzoekers. Ze onderzochten daarom de mogelijkheden om het insectenwelzijn te controleren en te verbeteren.

Kweekomstandigheden niet altijd ideaal

De onderzoekers namen het welzijn en de gezondheid van twee soorten kweekinsecten onder de loep: de huisvlieg en de zwarte soldaatvlieg. Ze bestudeerden de effecten van bijvoorbeeld temperatuur, licht en de kwaliteit van het voer op de gezondheid van de insecten. Zo kwamen ze meer te weten over de ideale kweekomstandigheden van deze beestjes.

Volgens de onderzoekers zijn er aanwijzingen dat de larven met elkaar kunnen communiceren en soortgenoten opzoeken. Ook hebben ze voorkeuren voor wat ze eten en eten ze graag samen met anderen, zo houden ze elkaar lekker warm.

‘Maar er zit ook een keerzijde aan die warmte’, vertelt promovendus Van Loon, die zich voor InsectFeed bezighield met de ethische vragen rondom de insectenkweek. ‘We weten dat het in die condities soms té warm wordt voor ze, boven de veertig graden ongeveer.’

Uit hun gedrag leiden de onderzoekers dan ook af dat de insecten wel degelijk merken wat er om hen heen gebeurt en dat ze bijvoorbeeld te veel warmte als onprettig ervaren. ‘Ik zou het omschrijven als pijngedrag. Ze proberen echt te vluchten; ze krijgen een soort van spastische rol- en krulbewegingen waarmee ze proberen zich uit die warmte te onttrekken, maar dat lukt natuurlijk heel vaak niet.’

En als die temperatuur boven de veertig graden komt, gaat een deel van de diertjes dood omdat ze die hitte niet aankunnen. Vaak is er dan ook sprake van kannibalisme; ze eten hun dode soortgenoten gewoon op. Van Loon: ‘Dat zijn natuurlijk praktijken die in elke andere vorm van dierhouderij niet geaccepteerd zouden worden.’

Het belang van insectenwelzijn

Maar waarom zouden we ons bekommeren om het welzijn van insecten? We maken ons zorgen over hoe het met koeien en varkens gaat omdat we ons in hen kunnen inleven: we weten dat ze pijn kunnen voelen. Maar naar insecten kijken we toch anders; we slaan immers allemaal wel eens een vlieg dood?

Van Loon vindt dat er een groot verschil zit tussen af en toe een kever platlopen en ‘willens en wetens’ insecten gaan kweken. Hij maakt de vergelijking met het zorgen voor een hond, kat of koe. Volgens hem hebben we allemaal verantwoordelijkheid voor dieren die we in huis nemen, en ook voor insecten die we telen. ‘Je draagt automatisch toch een soort zorgplicht voor die dieren.’

Het idee van insectenfabrieken zit meer mensen niet helemaal lekker. De wetenschappers Ingrid Bunker en Jana Zscheischler gingen na hoe verschillende bevolkingsgroepen in Europa aankijken tegen insecten als veevoer. Uit hun onderzoek blijkt dat de samenleving nog veel vragen en bezwaren heeft. Specifiek over het insectenwelzijn klonk kritiek. “Het risico op lijden is groot en de schaal is enorm”, aldus een van de respondenten. Het onderzoeksrapport onderstreept de bezorgdheid die er leeft over de beperkte kennis van het welzijn en lijden van insecten.

Onderzoek naar insecten in het lab

Om meer te weten te komen over de gezondheid van insecten, onderzoekt promovendus Maaike Vogel voor InsectFeed het immuunsysteem van de huisvlieg. ‘Als je ze op grote schaal gaat kweken, dan heb je net als met andere dieren meer kans dat ziektes zich verspreiden binnen de groep. Dan is het belangrijk om te weten hoe dat immuunsysteem eruitziet en of je kan monitoren of het echt goed gaat.’

In haar lab krioelt het van de vliegen in huisjes van doorzichtige plastic flessen. En in de rijen genummerde plastic potjes kruipen kleine witte maden, de larven van de vliegen, door een donkere massa. Dat is de voedingsbodem voor de larven. Door verschillende voedingsmaterialen te gebruiken, kan Vogel de effecten van een vetrijk en een suikerrijk dieet op het immuunsysteem bekijken.

Het doel is om de gezondheid te kunnen controleren van vliegen die leven op een dieet op basis van organische afvalstromen, omdat die voeding duurzamer zou zijn. Maar dat is voor het onderzoek nu nog een stap te ver, omdat we niet precies weten wat er in die afvalstromen zit en we nog weinig weten over het immuunsysteem van huisvliegen. Het onderzoek gaat daarom met kleine stapjes, op labschaal: ‘Je kan beter met een kleiner, gecontroleerd experiment beginnen, zodat je meer controle hebt’, vertelt Vogel. ‘Anders is het lastig een bepaald effect van bijvoorbeeld een infectie ertussenuit te filteren.’

Momenteel wordt er door de insectenbedrijven flink gelobbyd om de regels nog verder te versoepelen en insecten te kweken op afvalstromen. Dat zou wel duurzamer zijn, maar of het ook veilig voedsel is voor vee? Daar hoeven we ons volgens Vogel niet druk om te maken: ‘Organisaties die over de wetgeving gaan zijn er heel voorzichtig mee. Die willen alles gecheckt hebben, dus er moet nog een heleboel onderzoek gebeuren voordat zij dat zouden willen.’

Betere handvatten voor de insectenindustrie

Er zijn dus ethische bezwaren tegen de huidige manier van kweken en ook het onderzoek naar insectenwelzijn vordert maar langzaam. Toch gaan de bestaande bedrijven gewoon door met het kweken van insecten.

Vogel hoopt daarom dat de onderzoeksresultaten die er al zijn op een goede manier gebruikt gaan worden en dat er meer kennis komt over goede insectenkweek. ‘Voor bedrijven is dit soort onderzoek denk ik heel relevant, om betere handvatten te hebben om de insecten in de gaten te houden’, zegt Vogel. Dat is nodig, omdat het tijdens de kweek om enorme aantallen insecten gaat, en er nu te weinig bekend is om hun welzijn goed te kunnen beoordelen. ‘Het is toch heel anders dan in een stal met koeien, waar je per koe kan zien hoe het met ze gaat.’

Insecten zijn momenteel niet opgenomen in regelgeving. ‘Daardoor zijn ze volledig onbeschermd’, legt Van Loon uit. En dus kan de industrie zelf bepalen hoe het met die diertjes omgaat. Als insecten lekker groeien zou je kunnen zeggen dat het goed met ze gaat. ‘Maar,’ waarschuwt Vogel, ‘op een gegeven moment kan het dan misschien een plofkipversie van een huisvlieglarve worden, daar moeten we voor oppassen.’

Geen reële oplossing

Vanuit verschillende hoeken wordt nu ook kritiek geuit op de regelgeving en de huidige gang van zaken binnen insectenbedrijven, onder meer door Wakker Dier. In maart dit jaar bracht de non-profitorganisatie een rapport uit met de naam “de nieuwe dierenwelzijnscrisis”, waarin wordt opgeroepen tot extra regels voor de insectenindustrie.

Van Loon: ‘Ik denk dat er regelgeving moet komen, zeker, omdat ik vind dat het insectenwelzijn aandacht en een letter in de wet verdient.’ Toch betwijfelt hij of extra regels echt gaan helpen, omdat het in de gaten houden van zoveel insecten bij elkaar in de praktijk moeilijk uitvoerbaar is.

In zijn optiek blijft het de allerbeste optie om minder vee te gaan houden, zodat er ook minder voer nodig is. ‘De schaal en de manier waarop we het nu doen, zijn niet goed te praten’, vindt hij. ‘Ik zeg niet dat we absoluut geen dieren meer mogen houden of eten, maar ik denk dat deze nieuwe ontwikkeling geen reële oplossing is.’

Leave a comment