It’s not the wolf but humans who shape nature on the Veluwe (NL)

This article was written for the course Science Communication and Journalism 2025.

Niet de wolf maar de mens bepaalt de natuur op de Veluwe

By Maren Oosterlaan

Toen de wolf na 150 jaar afwezigheid terugkeerde in Nederland zagen veel mensen dit als een natuurlijke oplossing voor de biodiversiteitscrisis. De wolf zou het ecosysteem weer in balans brengen. Maar wat blijkt? Het effect van de mens op de natuur is vele malen groter.

Eindelijk weer wolven in Nederland – onder natuurliefhebbers is er duidelijk enthousiasme. De wolf luidt een terugkeer naar vroeger in. Naar een tijd toen de natuur nog in balans was: grazende kuddedieren houden de planten in bedwang, terwijl roofdieren voorkomen dat de grazers alles kaalvreten.

Maar zo simpel is het niet. Want wat ontbreekt in het plaatje is de mens. Die heeft een grote invloed op de wolf. Uit onderzoek van de Polish Academy of Sciences en de Technische Universiteit van München blijkt dat wolven gebieden waar mensen zijn liever vermijden. Ze zijn liever in de natuur: onder dichtbegroeide bladerdaken, ondoordringbare bossen, op de heide en op plekken waar écht wild rondloopt en dus voldoende voedsel is.

Het is dus niet verrassend dat de Veluwe, het grootste aaneengesloten natuurgebied van Nederland, sinds de terugkeer van de wolf dan ook de plek is waar de meeste wolven voorkomen. Volgens BIJ12, een organisatie die de Nederlandse wolvenpopulatie monitort, leven hier maar liefst zes roedels, één paar en één los individu.

Wildbeheer
Sinds zijn terugkeer is de wolf een belangrijke rol gaan spelen in natuurgebieden zoals de Veluwe. Wolven zijn natuurlijke toppredatoren, roofdieren zonder natuurlijke vijanden. Ze eten voornamelijk de oudste en ziekste, en daarmee dus de zwakste dieren en dragen daardoor bij aan een gezond ecosysteem.

Maar op de Veluwe is de wolf echter niet de enige toppredator. De mens doet aan veel intensiever wildbeheer. Jagers schieten tot 80 procent van al het wild dat er leeft dood. De mens heeft dus een veel grotere invloed op het aantal reeën, wilde zwijnen, damherten en edelherten op de Veluwe dan de wolf, aldus Chris Smit, hoogleraar in de ecologie aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Smit geeft aan dat sommige jagers sinds de terugkeer van de wolf wel minder wild zijn gaan afschieten, door de rol die de wolf hierin heeft genomen. Maar volgens Smit is er ook een deel van de jagers die de invloed van de wolf negeert en hun afschot onveranderd doorzet. ‘Sommigen zijn heel conservatief.’

Schuwe herten
De wolf beïnvloedt niet alleen de omvang van de populatie wild die rondloopt op de Veluwe, maar ook de plekken waar deze edelherten, damherten, reeën en zwijnen voorkomen. Uit onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen, waarbij cameravallen werden gebruikt, blijkt dat herten op de Veluwe minder vaak in de buurt komen van plekken waar wolven hun holen hebben. In andere natuurgebieden, zoals in Polen, was dit al bekend. In Nederland is dit een nieuw ontdekt effect van de terugkeer van de wolf.

Toch blijkt ook hier dat de mens meer impact heeft dan de wolf. Herten mijden plekken waar mensen komen vaker dan plekken waar wolven holen hebben. Smit: ‘Dat komt omdat wij als mens heel voorspelbaar zijn: we komen er niet ’s nachts en we blijven meestal op de paden.’ Op deze manier kunnen herten veel beter inschatten waar mensen zijn en passen ze hun gedrag aan.

Veranderingen in vegetatie
De manier waarop wolf en mens het gedrag van het wild beïnvloeden, heeft ook gevolgen voor de aanwezige vegetatie, dus de planten, struiken en bomen in de omgeving. Op plekken waar herten en ander wild wegblijven, krijgt de vegetatie de kans om te groeien. Maar bij de wolf is dit effect moeilijker te vinden, aldus Smit.

Het effect van mensen is makkelijker te zien en opnieuw groter dan het effect van de wolf. ‘Wij hebben een veel groter en duidelijker effect op herten en daarmee zelfs op de vegetatie via ons gedrag,’ zegt Smit. ‘Wij zorgen dat de herten wegblijven van de paden en daardoor groeit de vegetatie daar sneller terug.’

Achtergebleven resten van dieren
Een ander gevolg van de terugkeer van de wolf is dat het aantal kadavers in de natuur toeneemt. Deze resten van dode dieren blijven, ondanks dat de wolf bijna alles van zijn prooi opeet, liggen in de natuur en vormen daarmee voer voor andere dieren. De Wageningen Universiteit en ARK Rewilding Nederland onderzoeken momenteel of de Veluwse wolven een leverancier van aas zijn voor aaseters en welke aaseters daar dan gebruik van maken. Volgens Smit profiteren er veel dieren, zoals zwijnen, van de kadavers op de Veluwe. De aanwezigheid van deze kadavers zorgt ook voor voedsel voor onder andere kevers en raven.

Als jagers het wild doden op de Veluwe, laten ze geen voedselresten achter voor andere dieren. Zij halen hun doodgeschoten wild doorgaans weg uit de natuur. In het Nederlandse beheer is het al wel eens de vraag geweest of jagers door hen geschoten dieren moeten laten liggen, net zoals dat gebeurt bij dood hout. Deze gedachte is steeds meer in opkomst.

Lange termijn
De wolf zal de Veluwe over 10 of 20 jaar niet meer veranderd hebben dan hij nu heeft gedaan, aldus Smit. Volgens hem zal het aantal wolven op de Veluwe waarschijnlijk nauwelijks nog toenemen en zal daarmee het effect van de wolf ook niet veranderen. De invloed van de mens op de natuur van de Veluwe zal dus vele malen groter blijven. Smit: ‘Vooral omdat wij als mens veel bepalender zijn en er ook niet met onze handen van de natuur af kunnen blijven.’

Leave a comment